Matigheid

“Matigheid loutert de gevoelens, wekt de geestelijke vermogens, montert het gemoed op en versterkt het geheugen, de ziel wordt verlicht van haar aardse last en geniet daardoor een hogere vrijheid”, zei al een oude wijze. Zou de mens veel en vaak eten, dan zou hij geen vruchtbare gedachten kunnen voortbrengen. Want als de spijsvertering veel kracht opeist, dan blijven geen krachten over voor het denkvermogen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266a – bladzijde 559 (plaats en jaar vermoedelijk Berlijn, 1909)

Zie ook: Matigheid en vasten