Koos Speenhoff http://nl.wikipedia.org/wiki/J.H._Speenhoff was in de jaren 1900 tot ongeveer 1920 een populaire dichter-zanger. Zijn liedjes ken ik niet, die kunnen best leuk geweest zijn. Dat Speenhoff echter ook een vreselijk domme criticus was, blijkt maar al te zeer uit de volgende rijmelarij, waarin hij probeert Steiner belachelijk te maken, maar in feite alleen zichzelf voor gek zet.
GE-MESSIAS
Dat verwaande ge-Messias
Wordt vervelend op den duur.
Al dat dom gedilettanter
Maakt ons hier het leven zuur.
Elke maand sjouwt er een nieuwe
Uit het Oosten naar ons toe:
Druk geschetter in de kranten
En het blijkt een truuk-gedoe.
Nu weer Steiner met zijn standje
Die toch ook zo nodig moest,
Al zijn nieuwerwetsighedens
Zijn voor ons al lang … oud roest.
Ziet hem voor genietje spelen,
Groote grut, wat is hij knap!
Hij wil ze weer samen brengen:
Godsdienst, Kunst en Wetenschap.
“En het nieuwste, nieuwe leven”
“Komt uit Dornach!” roept hij uit.
Wat is Dornach, wie is Steiner?
Rudolf man, je bent een guit.
Als we hier … nieuw leven … wenschen
Zorgen we daar zelf wel voor,
Holland heeft geen Steiners noodig
Holland helpt zich zelf er door.
Nieuws had hij ons kunnen toonen
Maar met meer bescheidenheid:
– Hoe er wel een eind zal komen
Aan den wereld-rassen-strijd –
Leer ons dat eens, wonder dokter,
Wel dan zijt ge reeds een baas …
Zonder “anthroposophisme”
En Messias-gedaas.
J.H. Speenhoff
Bron: Rudolf Steiner in Nederland – Uitgeverij Pentagon 1994