Men vindt zichzelf niet meer zo belangrijk en interessant

De antroposofische of geesteswetenschappelijke waarheden zijn zo groot, zo krachtig en betekenisvol, nemen ons zo in beslag, dat wij ons als individuele persoonlijkheid meer en meer hoogst oninteressant vinden. Men leert pas hoe oninteressant de enkele persoonlijkheid is. Dit leren aan ons zelf, dat teweeggebracht wordt door de brandstof van de geesteswetenschappelijke waarheden, dat voert de mensen pas tot bevrijding van egoïsme.

Bron: Rudolf Steiner – GA 56 – Berlijn 12 december 1907 (bladzijde 148-149)