Zelfkennis behoort tot de allermoeilijkste dingen voor de mensen

Zelfkennis behoort tot de allermoeilijkste dingen voor de mensen, en juist degenen die denken zichzelf het beste te kennen, misleiden zich het gemakkelijkste. Ze denken te veel aan zichzelf. Het voortdurend staren naar zichzelf en het voortdurend zeggen van het woord ‘ik’: Ik denk, ik geloof, ik houd dat voor juist – dat zou men zich al in de spreekwijze moeten afwennen. Vóór alles moet men zich het idee afwennen dat het op de eigen mening meer aankomt dan op de mening van andere mensen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 95 – Stuttgart 4 september 1906 (bladzijde 138)