Goede gedachten zijn als balsem voor de doden. Geen egoïstische liefde moet men hen sturen, niet treuren dat men de overledenen zelf niet meer heeft; dat stoort de overledenen en is voor hun een zware last. De liefde, die blijft, die er geen aanspraak op maakt de dode nog hier te willen hebben, die baat de dode en vermeerdert zijn geluk.
Bron: Rudolf Steiner – GA 95 – Stuttgart 2 september 1906 (bladzijde 151)