Een eeuwenoud gezegde is tot vandaag de dag vooral bij het gewone volk bewaard gebleven. Men zegt zo dikwijls dat wat de eenvoudige mens aan zulke gezegdes behouden heeft, heel vaak iets goeds bevat. – Ja, maar even vaak is het iets dat niet juist is! En zo is het ook met dit gezegde: Er zijn zo veel ziekten, maar slechts één gezondheid. – Dat is echter toch een dwaasheid. Er zijn zo veel gezondheden als er mensen zijn: voor ieder mens zijn individuele gezondheid. – Hiermee is al uitgesproken, dat alle algemene, stereotiepe regels, dit en dat is gezond voor de mensen, een onding is. Juist het deel der mensheid dat in de ban is van de gezondheidsmanie, lijdt het allermeeste onder de algemene voorschriften voor de gezondheid en onder het geloof dat er überhaupt iets zou zijn wat men algemeen als gezondheid zou kunnen aangeven en de mening, dit en dat moet men doen, dat is gezond. Het is ongelooflijk, dat niet wordt ingezien dat voor de ene mens zonnebaden gezond kan zijn, maar dat het echter niet gegeneraliseerd mag worden; het kan voor een ander zeer schadelijk zijn. In het algemeen geeft men dat toe, maar in de praktijk handelt men er niet naar. We moeten duidelijk inzien: Gezondheid is een relatief begrip, het is iets dat voortdurend verandering ondergaat, in het bijzonder voor de mens, die het gecompliceerdste wezen op de aardbol is.
Bron: Rudolf Steiner – GA 56 – München 5 december 1907 (bladzijde 212-213)
Wat is dit toch griezelig actueel.
Verbazing alom bij mij.
Ja, men hoort nogal eens zeggen dat Steiners ideeën achterhaald zijn en nu niet meer gelden. Ik heb dat altijd grote onzin gevonden. Ik ben tenminste in het werk van Steiner nog nooit iets tegengekomen waarvan ik zou zeggen dat het achterhaald is en niet meer in deze tijd zou passen.
Ik plaats bij je opmerking: “nog nooit iets tegengekomen waarvan ik zou zeggen dat het achterhaald is en niet meer in deze tijd zou passen.”
een kanttekening: er zijn talloze uitspraken van Steiner die ook moeilijk te bewijzen zijn. En met bewijzen bedoel ik dan: ergens zichbaar in de zichtbare wereld.
Een voorbeeld:te intellectueel onderwijs zou tot kaalheid leiden. Hoe krijg je op zo’n uitspraak meer grip, zodat het niet alleen een uitspraak blijft.
Ik ben er een blog over begonnen:http://mijnantroposofie.blogspot.com/
Ja, zo’n uitspraak over kaalheid in verband met intellectueel onderwijs is natuurlijk niet te bewijzen, maar waarom moet alles te bewijzen zijn? Men hoeft zelfs niet te zeggen: ‘wat hij zegt is waar of niet waar.’ Maar men moet ook kijken naar wie het zegt en hoe hij het zegt en wat hij nog meer zegt.
Wat ik eigenlijk zeggen wil, kan Steiner zelf 100 maal beter in het volgende citaat:
https://ridzerdvandijk.wordpress.com/2011/03/02/rudolf-steiner-der-meister-hat-es-gesagt/
Als onderwijs te veel alleen op het intellect appeleert is dat eenzijdig. Als je alleen al naar onze hersenen kijkt, hoeveel verschillende gebieden we hebben wat ontwikkeld kan/moet worden en dat er ook nog een samenwerking tussen hersengebieden is, zoals de linker en de rechter hersenhelft. Ik ben ervan overtuigd dat we een andere, betere maatschappij zouden hebben als er bijvoorbeeld meer aandacht zou zijn voor kunst en empathie in het onderwijs. Ook voor mij was Steiner zijn tijd ver vooruit!!!!!
Geheel mee eens. Gevoel is minstens zo belangrijk als verstand. En weer kom ik met een citaat; handig dat er een zoekfunctie is van WordPress op mijn eigen blog, anders zou ik denk ik veel citaten niet eens terug kunnen vinden.
https://ridzerdvandijk.wordpress.com/2011/02/14/gevoel-en-verstand/
Ik ben geen helderziende. Uitspraken van Steiner die op zijn helderziendheid berusten, krijgen voor mij persoonlijk pas waarde, als ik ze op de een of andere manier hier en nu beleven kan; er een verbinding mee kan maken.
Omdat ik wel een sterke verbinding heb met “materie is verdichte geest” zoek ik dus in die materie of daar iets van deze “verdichte geest” zich openbaart. Dat is voor mij dan “een bewijs”.
Steiner gaf ons (i.z.de vrijeschoolleerkrachten) de opdracht “tot op de bodem” bewustzijn te hebben van wat we doen; vandaar dat ik met veel uitspraken tot op de dag van vandaag nog worstel om er iets over te kunnen zeggen. Op mijn eigen niveau. En omdat dit niet het bovenzintuiglijk niveau is, blijft het zintuiglijke-en dat is de wereld-over.
Maar wie is er nu wel helderziende? Dat is toch bijna niemand. Maar om de waarde en de waarheid in te zien van de helderziende waarnemingen van Steiner of anderen, daar is toch helemaal geen eigen helderziendheid voor nodig? Bewijzen zijn wat mij betreft ook geheel overbodig, maar waar ik wel mee worstel is dat het toch dingen zijn waar ik me zowat niks van kan voorstellen. Neem nu eens het gegeven dat men na de dood van de zintuiglijke wereld niets meer kan zien en horen, kortom die wereld neemt men niet meer waar. Maar dan ziet men van alles wat men op aarde gezien en beleefd heeft de geestelijke kant. Tja, ik begrijp dat eigenlijk niet echt.
Pingback: Ieder mens heeft zijn eigen gezondheid – De grote Rudolf Steiner Citatensite