Iedereen die iets schrijft en publiceert moet er rekening mee houden dat hij (of zij) een berg onbegrip, minachting, eigenwijsheid, verwaandheid en onterechte kritiek over zich heen krijgt. Als hij dan heel voorzichtig durft te opperen dat de criticus het misschien toch verkeerd ziet, krijgt hij gegarandeerd te horen dat hij niet tegen kritiek kan en ‘maar lekker in zijn dagboekje moet blijven schrijven.’ De beste manier om de stronteigenwijsheid en de haatdragendheid van veel mensen te leren kennen is dan ook: iets schrijven en het ergens publiceren. (Of politicus worden, dat kan ook nog. Politici kunnen het ook nooit goed doen bij het volk dat alles altijd veel beter weet hoewel het maar al te vaak nergens de ballen verstand van heeft.)