Inderdaad moet men zeggen: een zekere ernst des levens begint, als men stijgt in hoger inzicht. En zelfs als men niets anders verkrijgt, dat ene krijgt men: dat men het eigen kwaad en de eigen onvolkomenheid met oneindige duidelijkheid ziet. Men zou kunnen zeggen: men verwerft een ervaringsinzicht van onvolmaaktheid en slechtheid al bij de eerste stappen op de weg in de geestelijke wereld.
Bron: GA 063 – Berlijn 15 januari 1914 (bladzijde 240)