Door onze geestelijke oefeningen willen wij bereiken ons geheel op een gedachte te concentreren en daarna een leegte in ons in te laten treden en af te wachten, wat ons als resultaat van onze meditatie toevloeit. Van de kracht van onze daarbij gebruikte vasthoudendheid hangt het af wat we daarmee bereiken. Men zou kunnen menen dat men door afwisseling van de oefeningen sneller vooruit komt dan wanneer men lange tijd dezelfde oefening doet; maar de grote ingewijden hebben altijd beweerd, dat zij het verst gekomen zijn doordat ze met groot geduld en uithoudingsvermogen jarenlang dezelfde oefeningen gedaan hebben.
Bron: GA 266b –Munchen 10 januari 1912 (bladzijde 297)