Rudolf Steiner – Idiotie. Hoe moet men een geval karmisch beschouwen als een mens door een hersenziekte tot idiotie veroordeeld is? (1)

Een vraag die werd gesteld is de volgende: “Hoe moet men een geval karmisch beschouwen als een mens door een hersenziekte tot idiotie veroordeeld is?”

Over al deze dingen zou eigenlijk niet vanuit speculatie en hypothesen, maar vanuit de bovenzintuigelijke ervaring gesproken moeten worden. Er zal daarom hier deze vraag beantwoord worden door een voorbeeld dat werkelijk is gebeurd. Een mens was in een vorig leven door  onontwikkelde hersenen veroordeeld tot een bestaan in imbeciliteit. In de tussentijd tussen zijn dood en een nieuwe geboorte kon hij nu al die bedrukkende ervaringen van zo’n leven, das Herumgestossen werden??, de liefdeloosheid van de mensen in zich verwerken, en hij werd als een waar genie der liefdadigheid weer geboren. Een dergelijk geval toont duidelijk, hoe onjuist het is als men alles in het leven als karma op het verleden betrekt. Men kan absoluut niet altijd zeggen: dit levenslot is afkomstig uit een schuld in het verleden. Even vaak zal men moeten denken: deze of die gebeurtenis heeft helemaal geen verband met het verleden, maar zal integendeel vooral de oorzaak voor een karmische vereffening in de toekomst zijn.

Wordt vervolgd

Bron:  GA 034 –  GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis»  (bladzijde 376)