Maar, zo wordt tegengeworpen, is dan dit alles bij de antroposofen werkelijk te vinden? Zonder twijfel niet. Het kan er niet om gaan dat deze of gene, die zich antroposoof noemt, een ideaal vervult, maar enkel en alleen of de zaak zelf geëigend is om dit ideaal te bevorderen. Om daarover echter te beslissen moet men zich met de zaak zelf, en niet enkel met wat hier en daar aan het licht komt, bekend maken. Men bevordert het juiste veel meer doordat men het zelf doet dan doordat men het onjuiste bij anderen afkeurt. Dat zal men al snel als een der mooiste vruchten van het antroposofische streven erkennen, dat deze een innerlijke overtuigingskracht heeft, die niet afhankelijk is van de ogenblikkelijke uiterlijke successen. Bij een dergelijke gezindheid zal men snel beseffen, dat als er slechte vruchten voor de dag komen, deze waarschijnlijk ook niet de juiste antroposofie als basis hebben.
Wordt vervolgd
Bron: GA 034 – GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis» (bladzijde 179-180)