Alles wat puur uit het principe van nuttigheid, uit individueel egoïsme of uit groepsegoïsme wordt gemaakt is in de toekomst de mens vijandig. Wij vragen vandaag de dag veel te veel naar het nut van wat we doen. Als we de ontwikkeling werkelijk willen bevorderen, dan zouden we niet naar het nut (Duits: Nutzen, men zou dit ook kunnen vertalen met voordelen, baten, belangen) moeten vragen, maar veel meer of iets mooi en edel is. We zouden niet alleen vanuit het nuttigheidsprincipe moeten handelen, maar uit zuivere vreugde aan schoonheid.
Bron: GA 266a – München, 16 januari 1908 (bladzijde 299)