Kamaloka – Het blijft tobben

In het werk van Steiner komt men herhaaldelijk beschrijvingen tegen van het kamaloka, ook wel genoemd louteringsvuur, vagevuur of oord der begeerten. Het is de toestand van begeerten en verlangens van de ziel na de dood, die echter niet meer bevredigd kunnen worden omdat de ziel de organen van zijn lichaam niet meer heeft. Zeer kort en bondig gezegd komt het er op neer dat na de dood alle aardse verlangens die niet in dienst van de geest staan, moeten worden afgelegd.

Steiner zegt daarover onder meer: ‘Alle vormen van edele, vergeestelijkte verlangens verkorten de tijd in het kamaloka. Daarom moeten we al tijdens ons leven proberen om verlangens en begeerten te overwinnen die alleen maar bevredigd kunnen worden door middel van onze zintuiglijke organen. Het kamaloka is nu eenmaal een tijd waarin we onze zinnelijke verlangens en hartstochten moeten afwennen.’ (Bron: De theosofie van de Rozenkruisers – München, 26 mei 1907)

Ik heb altijd gedacht dat men een zekere matigheid moet betrachten en zich niet te buiten moet gaan aan te veel lekker eten, drank, seks, drugs enzovoort, maar het is blijkbaar gecompliceerder, want verder schrijft hij bijvoorbeeld de voor mij raadselachtige zin: ‘Je richten op zintuiglijk-materialistische kunst leidt tot verzwaring van het leven in het kamaloka, terwijl spirituele kunst dit leven juist gemakkelijker maakt.’

Wat is dat, materialistische kunst en spirituele kunst? Is de Beatles of de Rolling Stones materialistische kunst en Beethoven of Bach spirituele kunst? Is Vincent van Gogh of Mondriaan materialistische kunst en Rembrandt of Leonardo da Vinci spirituele kunst?

Is een streekroman van Annie Oosterbroek materialistische kunst en De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch spirituele kunst? Ik kom er weer niet uit. Het blijft tobben met die antroposofie.