[…]wanneer mensen in deze richting beginnen te denken, dan worden dingen vanzelfsprekend die een merkwaardig soort onzin zijn; want van Descartes is, zoals u weet, de zin afkomstig: cogito ergo sum – ik denk, dus ik ben.
Beste vrienden, voor ontelbare scherpzinnige denkers gold dat als een waarheid: ik denk, dus ik ben. De consequentie daarvan is – van de ochtend tot de avond: ik denk, dus ik ben. Nu slaap ik in: ik denk niet, dus ik ben niet. Ik word weer wakker: ik denk, dus ik ben. Ik slaap in, dus nu ik niet denk, ben ik niet. – En de onvermijdelijke consequentie is: een mens slaapt niet alleen in; hij houdt op te zijn, als hij inslaapt! Er is geen minder geschikt bewijs voor het bestaan van de menselijke geest dan de uitspraak: ik denk. Niettemin begon deze uitspraak in het tijdperk van de bewustzijnsontwikkeling als de doorslaggevende uitspraak te gelden.[…]
Bron: GA 237 – Dornach 1 juli 1924
De hele voordracht waaruit dit citaat komt, is in het Nederlands HIER te vinden op de onvolprezen website van een der grootste kenners der antroposofie (wereldberoemd in Nederland en ver daarbuiten) Michel Gastkemper – Antroposofie in de pers.
Super bedankt voor de link. Ik duik er in 🙂
Ik denk dat ik denk, dus denk ik.
Gelijk heb je. Het werk van Steiner stelt tenminste wat meer voor dan dat rare gezwets van Descartes en veel andere filosofen. 😉
-“Ik denk, dus ik ben” of “Ik denk niet, dus ik ben niet” …
-Neen,…’Je pense’ moet men zien als… er zijn gedachten of ideeën, waarvan het ‘ik’ er ook een van is ; “je suis” .
Voor wie van filosoferen houdt: over Descartes en zijn credo: GA 4 blz ca 46 of GA 293 blz ca 31.
Het denken heeft geen “zijns” karakter, maar “beeld”karakter