Zo zien we hoe ieder verschillend van de anderen zijn eigen plichten heeft, hoe we duidelijk moeten leren onderscheiden om ons niet van onze weg te laten afbrengen, om ons evenwicht te bewaren, onze regels (Gezetz) te volgen. Met wijze vooruitziendheid hadden de hoge leiders en verlichte koningen het Indische volk in kasten ingedeeld. Hoe gruwelijk het ons, aan vrijheid en onbeperkte keuzemogelijkheden gewende westerlingen, ook mag lijken, toch ligt aan deze strenge dwang een diepe zin ten grondslag. De kastenindeling van de oude Indiërs komt geheel overeen met de natuurlijke indeling van mensengroepen. Ieder wordt door zijn eigen karma in de bij hem passende kaste geboren; hij heeft eerst het gehele terrein van zijn verplichtingen in dezelfde kaste te vervullen, voordat hij voor een nieuwe incarnatie in de volgende hogere kaste rijp wordt. Zolang op een lagere trap het eigen oordeel nog onontwikkeld is, moet de mens dienen leren, hij moet in dienstbaarheid de deugden van trouw en toewijding verwerven, en zo vormt de kaste der Sudra de school voor onvoorwaardelijke dienstwilligheid en ondergeschiktheid – deze geoefende deugden, die pas tot zelfbeheersing, zelfbeschikking en een liefderijke en milde persoonlijkheid kunnen leiden.
Wordt vervolgd
Bron: GA 088 – Private lehrstunden – Berlin-Schlachtensee, zomer 1903 (bladz. 162,163,164)