Maarten ’t Hart over het onbedaarlijke gemeier van Schopenhauer

De antisemiet Schopenhauer wordt de laatste tijd in Nederland opeens bewierookt. Zijn onbedaarlijke gemeier over de wil is onlangs, voorzien van een soort inleiding van wartaal-aanmaakster en wartaal-specialiste Patricia de Martelaere, in Nederlandse vertaling verschenen. Carel Peeters bralde terstond: ‘Ik behoor tot de lezers van Schopenhauer die, nadat zij een eerste bladzijde van hem hebben gelezen, met zekerheid weten dat zij alle bladzijden zullen lezen en naar ieder woord zullen luisteren dat hij maar gezegd heeft.’

Veel plezier dan, heer Peeters, met het ongelofelijk stupide boekje Über das  Sehen und die Farben dat de zeldzaam arrogante Schopenhauer, lang na Newton, meende te moeten publiceren. De dief Leibniz was nog zo slim om na één blik op wat schetsen van Newton te begrijpen dat hij daarvan gebruik kon maken bij het ontwikkelen van de integraal- en differentiaalrekening, maar Schopenhauer miste de intelligentie om iets van de kleurenleer van Newton te begrijpen en publiceerde daarover zelf vervolgens de meest baarlijke nonsens. Schopenhauer kon prachtig schrijven en gaat het bij hem niet over de wil, of aanverwante verschijnselen, maar bijvoorbeeld over muziek dan is hij groots. Maar slim, nee slim was hij bepaald niet. Was hij dat wel geweest, hij zou dat oerstomme boekje over de kleuren niet gepubliceerd hebben.

Zouden al degenen die zich nu geroepen voelen om zich lovend uit te laten over Schopenhauer zoals Peeters, Zeeman, De Martelaere, Marres, Pott, Bindervoet en Henkes, het antisemitisme van deze over de foetor judaïcus klagende man gewoon als een klein weeffoutje willen beschouwen?

Als de wijsbegeerte echt iets voorstelt, als zij echt uitnodigde tot kritische bezinning, als zij echt aanmaant tot voorzichtigheid, als al die deugden ervan echt zoveel te betekenen zouden hebben voor middelbare scholieren, hoe moeten wij dat dan rijmen met het feit dat zo’n levensgroot vooroordeel als het antisemitisme eeuwenlang óók door met name de Duitse wijsbegeerte werd uitgedragen en derhalve óók via de Duitse wijsbegeerte tot Auschwitz heeft kunnen leiden? Zelfs dat ene ongelofelijk schadelijke en schandelijke vooroordeel heeft de wijsbegeerte niet weten uit te roeien, alle kritische bezinning ten spijt. Mij dunkt: wij moeten niet wijsbegeerte als leervak invoeren op de middelbare scholen, wij moeten, mede gelet op het feit dat elke student filosofie de staat jaarlijks een vermogen kost, de wijsgeren, overgoten met pek en veren, smadelijk wegjagen van onze universiteiten. Kan het eindelijk eens afgelopen zijn met die gevaarlijke onzin?

Bron: Maarten ’t Hart – Een deerne in lokkend postuur – Persoonlijke kroniek 1999 – Hoofdstuk: Is Kant riskant