Over geluk en ongeluk

“Hoewel ik van adel ben, verzetsheld en twee ridderordes heb mogen ontvangen, ben ik niet voor het geluk geboren. Ik ben niet één dag van mijn leven gelukkig geweest. Nog geen dag. Als ik gelukkig was, zou ik me geen raad weten. Zo zit het.”

Ik heb dit altijd wel een mooi citaat van Gerard Reve gevonden.

Het huis van Reve in Machelen aan de Leie (Oost-Vlaanderen). Joop van Schafthuizen woont er nog steeds.

Raadselachtig is echter wel de zin: “Als ik gelukkig was, zou ik me geen raad weten.”  Ik heb me vaak afgevraagd wat hij daar mee bedoelt. Het is toch meer vanzelfsprekend dat iemand zich geen raad weet als hij ongelukkig is. Ik vermoed dat Reve bedoelt, dat als hij gelukkig was dan zou er voor hem geen reden zijn en ook geen behoefte om te schrijven. En als hij niet zou schrijven dan zou hij helemaal geen inhoud en voldoening meer in zijn leven vinden. Ik denk dat voor hem schrijven zijn levensgeluk was en zonder te schrijven zou zijn leven leeg, zinloos en onbevredigend zijn.

Gerard Reve en Joop van Schafthuizen

Het merkwaardige is echter dat hij na zijn laatste boek ‘Het hijgend hert’ in 1998 tot aan zijn dood in 2006 niets meer heeft geschreven en dat hij het schrijven volgens zijn vriend Joop van Schafthuizen ook helemaal niet miste. Door de ziekte van Alzheimer kon hij niet meer schrijven en had hij er blijkbaar ook geen behoefte meer aan. Uiteindelijk was zijn geheugen zodanig aangetast dat hij de laatste jaren niet eens meer wist dat hij boeken had geschreven. Zou hij toen wel gelukkig geweest zijn? Ik denk het niet. Want langzamerhand alles vergeten en alle vaardigheden verliezen is natuurlijk heel tragisch. De humor die altijd ijzersterk was in het werk van Reve is hem echter lang bijgebleven. Toen hij in het verpleeghuis de deur van zijn kamer open had staan en veel mensen voorbij zag lopen, zei hij tegen zijn vriend: “Wat een mensen, hè, ik heb over belangstelling niet te klagen.”