Rudolf Steiner – Onlogisch denken…het is een marteling het mee te maken…

Onjuist denken komt in onze tijd buitengewoon veel voor. Het openbare leven is zo verschrikkelijk onlogisch dat het een marteling is het mee te maken. Wie zich een zekere helderziendheid eigen heeft gemaakt, ervaart niet alleen het ene als juist en het andere als onjuist, maar hij voelt werkelijk pijn als hij onlogisch denken tegenkomt, en hij voelt welbehagen bij helder, doorzichtig denken.

 Bron: GA 130 – Leipzig 5 november 1911

Rudolf Steiner – Het beste kan de ergst denkbare uitwerking hebben…

Uit zichzelf kan niets in absolute zin goed of slecht zijn. De manier waarop de mensen iets gebruiken, bepaalt of het goed of slecht is. Het beste kan de ergst denkbare uitwerking hebben, als de mensen het niet op de goede manier gebruiken.

Bron: Luciferisch verleden, Ahrimanische toekomst – GA 193 – Bern  4 november 1919

Maarten ’t Hart – Pyjamadragers met linkse leuterpraatjes

Bijna alle mensen die zich hier in Nederland links noemen zijn van die typische pyjamadragers die van huis uit gewend zijn aan verwarmde huizen, badkamers, eigen slaapkamers, keukens met keukenkastjes erin. Ze weten niet wat het is om met vijf mensen op te groeien in een huis met één woonkamer en één zolder en zegge en schrijve in de keuken één waterpunt waar alleen koud water uit komt, zodat elk lid van het gezin zich ’s morgens daar wassen moet. Ze weten niet hoe het is om in een gezin van vijf mensen met tachtig gulden in de week rond te komen. En omdat ze dat allemaal niet weten, en niettemin altijd hun mond vol hebben over de ‘echte minima’, en ‘maatschappijverandering’, en ‘klassenstrijd’ en ‘have-nots’ haat en veracht en verafschuw ik hun linkse leuterpraatjes, zoals ik ook alle rechtse taal haat en verafschuw. Nooit heb ik mij ook maar in de verte verwant kunnen voelen met zulke figuren, en ik weet dan ook nooit wat ik stemmen moet. Als er gestemd moet worden, teken ik achter de laatste lijst een vierkant zwart hokje met een uitgespaard rondje erin. Achter dat hokje zet ik mijn eigen naam, en dan maak ik het rondje in het hokje rood.

 Bron: Maarten ’t Hart – Het roer kan nog zesmaal om

Rudolf Steiner – Niet alleen daden hebben een werking

U zult geen goede opvoeder en pedagoog worden wanneer u alleen kijkt naar wat u doet en niet naar wat u bent. De antroposofische geesteswetenschap bestaat eigenlijk om de volgende reden: om het belang in te zien van het feit dat de werking van een mens in de wereld niet alleen uitgaat van wat hij doet, maar vooral van wat hij is.

Bron: Antroposofische menskunde – GA 293 – Stuttgart 21 augustus 1919

Geschilderd door Lutz Baar, een in 1946 in Berlijn geboren schilder, sinds 1970 wonende in Zweden.

Rudolf Steiner – Waarom kan alles wat ons in de aardse wereld bedrukt, ons in de bovenaardse wereld niet meer bedrukken?

Wat bedoelt men met het land der vreugde en gelukzaligheid? Het is de vreugde van de onbegrensdheid, de eeuwige activiteit, het eeuwige werken. Waarom kan alles wat ons in de aardse wereld bedrukt, ons in de bovenaardse wereld (Steiner noemt het hier Devachan, hij gebruikte echter liever het woord Geisterland of Geistenland of ook wel Gotterwelt) niet meer bedrukken?

Het Devachan is geen oord der gelukzaligheid, doordat ons genietingen ten deel vallen, zoals de mens ze in de aardse wereld verlangt en begeert, maar doordat hij vrij is van zijn lichaam, vrij is van dat wat naar zinnelijke lusten verlangt, vrij is ook van wat hem begrenst, en omdat het hem mogelijk wordt om op datgene, wat anders van buiten op hem werkt, terug te werken. Wat ons begrenst in de zintuiglijke wereld, is verwijderd, wat ons smart kan doen, is er niet meer. Want waardoor ontstaat de smart? Doordat op ons astraallichaam of op ons fysieke lichaam indrukken gemaakt worden. Deze lichamen hebben we afgelegd, als wij in de geesteswereld zijn; de aanleiding (Grund) voor de smarten en de onlustgevoelens, die wij in de fysieke wereld beleven, is weggevallen. Omdat niemand meer egoïstisch kan zijn, kan ook niemand meer egoïstische vreugden verlangen; omdat niemand meer een astraallichaam heeft, is men vrij van alles wat de eigen persoonlijkheid bedrukken kan. Daarom noemt men het Devachan het “Land der verrukking”, het “Land der gelukzaligheid”.

Bron: GA 88 – Berlijn, 25 februari 1904 (bladzijde 141)

Link naar GA 88