Mensje van Keulen schreef eens dat zij hoeren zag staan onder het viaduct van de Landscheidingsweg. Helaas, hoe vaak ik ook het viaduct ben doorgereden, nog nooit heb ik daar ook maar één snol gezien. Zelfs geen snolletje. Spijtig. Het zou mij wel leuk lijken om daar door een deerne in lokkend postuur in de aanpalende bosjes getrokken te worden voor de ‘zeer herelijke dingen’ waar het palmvers over spreekt. Maar meer dan een paar grijpstuivers zou ik er niet voor over hebben.
Bron: Maarten ’t Hart – Een deerne in lokkend postuur – Persoonlijke kroniek 1999