Een sterk staaltje van Steiners bescheidenheid en zelfspot

In het jaar 1921 had Walter Köhler (1870-1946), een kerkhistoricus, publicist en docent Steiner gevraagd voor theologiestudenten te spreken over de relatie van de antroposofie tot religie. Daarbij werd Steiner tevens uitgenodigd als gast bij Köhler thuis.

Hier volgt een fragment uit Steiners antwoordbrief aan Köhler:

Zeer geachte Professor,

Mijn hartelijke dank voor uw beminnelijke brief en uw vriendelijke uitnodiging. Ik zal de voordracht op 19 juli graag houden onder de door u aangegeven omstandigheden.

Ik zal zo vrij zijn op 19 juli om half één bij u te zijn; maar daarbij doet zich een moeilijkheid voor. Ik ben sinds 20 jaar vegetariër, en hoewel ik niet dogmatisch ben ingesteld, kan ik toch geen vlees meer eten, omdat ik het na zo lange tijd niet meer kan verdragen. Wilt u zo vriendelijk zijn mij dat te vergeven en daarbij mijn andere verzoek in te willigen, namelijk bij de maaltijd geen rekening met mij te houden, omdat ik van mening ben dat zulke zonderlingen gewoon tevreden moeten zijn met wat er verder op tafel komt.

(Dornach, 12 juli 1921)

Bron: Brieven – Rudolf Steiner (Uitgeverij Vrij Geestesleven/Zeist)

Achterste rij v.l.n.r. Clara Selling,Marie Schwerin,Sally Bredow,Eugenie Bredow,Rudolf Steiner,Graf v. Schwerin. Voorste rij v.l.n.r. Moeder v. Sivers,Selma Wilde,Mathilde Scholl,Olga v. Sivers,gravin v. Kalkreuth,Lisa Moltke,Marie v. Sivers.

Rudolf Steiner 150 jaar

Vandaag is het 150 jaar geleden dat de grote ziener in het land der blinden, Rudolf Steiner, werd geboren. Hij is overigens in werkelijkheid niet op 27 februari 1861 geboren, maar op 25 februari. Het schijnt dat hij pas twee dagen na zijn geboorte bij de kerk of de burgerlijke stand is ingeschreven. Hoe het indertijd precies gegaan is, heb ik wel geweten, maar ik ben het weer vergeten. (De geboortedatum is toch hoogstwaarschijnlijk 27 februari 1861. Dit is uitgezocht door Günter Aschoff. Zie hieronder bij de reacties de uitvoerige uitleg van Michel Gastkemper, één der grootste kenners der antroposofie in Nederland en ver daarbuiten.)

Hierbij als een soort eerbewijs een filmpje dat ik vond op Youtube, gemaakt door een Amerikaan uit Houston. Jammer genoeg begint het filmpje met een foto van Adolf Hitler en een paar trawanten, maar verder staan er vele mooie afbeeldingen in van schilderijen en van het Goetheanum.

Hier is ook nog een korte documentaire van de Oostenrijkse televisie over Steiner en zijn werk. Tevens is zijn geboortehuis te zien en de huidige bewoner, die het huis goed heeft onderhouden. Steiner is volgens hem zelfs ’s nachts bij hem in de slaapkamer geweest om hem te bedanken dat hij zo goed op zijn geboortehuis heeft gepast. Ik weet niet hoeveel er waar is van dit verhaal, maar persoonlijk zou ik liever niet hebben dat Steiner ’s nachts naast mijn bed staat om mij de stuipen op het lijf te jagen, hoe groot mijn hoogachting en verering voor hem ook is.


Op 25 januari jl. plaatste ik hier nog een ander youtube filmpje met indrukwekkende muziek en foto’s van Steiner.

Bob den Uyl – Reizen? Eigenlijk kan je beter thuis blijven.

Geeft het reizen een dieper inzicht in de aard der dingen? Legt het nieuwe gezichtspunten bloot, dienen zich plotseling oplossingen aan voor problemen waar men al tijden vruchteloos mee worstelt? Kortom, wordt men een wijzer en rustiger mens? Ik meen van niet.

Menno ter Braak heeft eens gezegd (gekscherend wellicht, hoewel, eigenlijk was Ter Braak niet zo’n gekscherende jongen) dat je van lezen niet wijzer wordt en alleen maar je ogen verpest. Aanvullend zou ik willen zeggen dat je van reizen niet wijzer wordt en dat het je alleen maar geld, tijd en je gezondheid kost. Iedereen heeft wel eens mensen van lange en verre reizen zien terugkomen, maar heeft iemand bij een dergelijke gebeurtenis ooit wel eens spontaan uitgeroepen: ‘Tjonge, wat is die persoon verstandig geworden?’ Ik weet zeker van niet; veeleer zal men zich, na het aanhoren van eindeloze, verwarde verhalen en het aanschouwen van slaapverwekkende films en dia’s, met enige gêne hebben afgewend onder het mompelen van: ‘Nu, nu, die is er ook niet op vooruitgegaan!’ En terecht, van reizen gaat men nu eenmaal niet vooruit, integendeel, het stompt af; eigenlijk kan je beter thuis blijven.

Bob den Uyl – Verhelderende kronieken – Hoofdstuk 7  (Uit de bundel Het menselijk kunnen staat voor niets).

Rudolf Steiner over neppillen oftewel placebo’s

Er zijn lieden, die rijk worden door pillen te maken van gewoon brood. Deze pillen ‘genezen’ alle mogelijke ziekten en ze worden vooral gebruikt als slaapmiddel. In een sanatorium lag een dame, die regelmatig ’s avonds van die pillen innam. Daarna sliep ze dan altijd heerlijk. Op een avond besloot zij een eind te maken aan haar leven en nam zoveel pillen als ze te pakken kon krijgen. De zaak werd evenwel opgemerkt en de artsen van de betreffende inrichting geraakten in de grootst mogelijke opwinding, want de dame vertoonde alle symptomen van de naderende dood. Slechts één arts bleef kalm en dat was degene, die de pillen gemaakt had.

Bron: Weisheit und Gesundheit – Berlijn 14 februari 1907

Deze vrouw had geen pillen bij de hand. Daarom behelpt ze zich met een boek van Cees Nooteboom of Willem Brakman.